Laken. Voor de middeleeuwse Poperingenaar bestond dat uit oerdegelijke wollen stof, waaruit duurzame kledij gemaakt werd. Wol reinigen, kammen, spinnen, weven, vollen of verven was zijn broodwinning, zijn ambacht. Buitenlandse kooplieden kochten de Poperingse lakens en voerden ze naar alle uithoeken van het continent, van Engeland tot Rusland en van Zweden tot Cyprus. Lancelot Cromheecke brengt in zijn masterproef die indrukwekkende uitvoerstromen voor het eerst grondig in kaart. Maar de belangrijkste vraag is hoe het kleine Poperinge erin slaagde een van de grote lakenexporteurs van Europa te worden. En hoe het die positie bovendien maar liefst anderhalve eeuw wist te behouden. Het antwoord op die vraag blijkt even verrassend als actueel!In samenwerking met CO7Begeleiders: Lancelot Cromheecke